Wie zijn wij?

Joyce en Johan en onze kinderen zijn Fenne en Stan.

Het gaan fokken met Australian Labradoodles ligt niet voor de hand en kent zijn oorsprong.
We zijn beiden met honden van thuis uit opgegroeid.

Als gezin vonden we het leuk om een klein niet verharend hondje aan te schaffen, we kwamen al snel op een Dwergpoedel, we noemde haar Roosje.

Mijn moeder kreeg een jaar later ook een zwart Dwergpoedeltje Joep genaamd.
We dachten dat het wel een hele ervaring voor ons zou zijn als Roosje puppies zou krijgen.
Het lag voor de hand dat de vader Joep moest zijn.
Roosje kreeg 3 reutjes en 1 teefje.
Met Roosje gingen we naar onze dierenarts Patrick Nicolai om een echo te maken.
Al gaande tijdens ons gesprek vertelde Patrick ons van het bestaan van de Australian Labradoodle.
Nieuwsgierig gingen we op internet zoeken en kwamen zo al veel te weten over de Australian Labradoodle.
Nadat de puppies allemaal een goed thuis hadden gevonden, bleef onze interesse groeien voor de Australian Labradoodles.

We wilden ze graag in het echt zien en aangezien je ze niet op iedere hoek van de straat tegenkwam, moest je naar een fokker.
Hier konden we snel terecht en zijn toen goed ontvangen.
Wat hun uiterlijk deed vermoeden werd bevestigd.
Het waren lieve, vrolijke knuffelbeesten.

Nu wisten we zeker dat we met Australian Labradoodles verder wilden gaan.
Nou bleek dit niet zo voor de hand te liggen als menig ander hond.
Zeker niet als je ook nog een nestje ermee wilde.
De lat lag hoog, maar we geloofden dat ze het waard zijn.
Na wat hoofdbrekens hadden we gekozen om een reu en een teef uit Australië te laten komen van Rutland Manor.
Na wat spannende weken arriveerden ze gezond en wel op de luchthaven van Schiphol.

We zijn nog steeds heel blij dat we voor dit prachtige ras gekozen hebben.